Oostenrijk 2021:

Een jaar geleden besloten we met de Berggeiten opnieuw naar Oostenrijk te gaan, 6 jaar geleden waren we er al eens geweest en dat is toen enorm meegevallen. Uiteindelijk is de keuze gevallen op de streek Vorarlberg, dichtste streek bij België en de streek waar we vorige keer ook deels hebben verbleven. Het dorpje waar we zaten was Schruns, een klein dorpje in een vallei waar alles was wat we nodig hadden. Uiteindelijk waren we met 10 man: Stekke, Jeroen, Jolle, Jurgen, Wouter, Kurre, Johan, Dorien, Caroline en ik (Koen).

Dag 1: Innerberg

4 september kwamen we aan en dit binnen een uurtje van elkaar (enkel Jolle die vanuit Zwitserland kwam was nog vroeger), iets wat we niet gewoon zijn bij de Berggeiten!
Nadat we waren aangekomen hebben we snel de kamers verdeeld en ons snel aangekleed want ik had nog een kort ritje gepland om de benen wat op te warmen na de lange autorit.
Na een paar kilometer begonnen we vanuit Schruns met een loper van 1,8km aan 6,7% daarna was er een lang stuk vals plat waarna de echte beproeving kwam, de klim naar Innerberg: 2,8km aan 10% waarvan de laatste 2km aan 12%! Ik kwam als eerste boven met vlak na mij Jurgen. Daarna kwamen Johan,  Stekke, Wouter en Jolle boven. Hierna was het wat langer wachten op Jeroen en Kurre (die problemen had met schoenplaatjes die loskwamen). Gelukkig was het niet zo erg om te wachten want het was heerlijk weer en een super mooi uitzicht. Na de beklimming kwam de afdaling en die was ook leuk, beetje technische maar ook nooit te moeilijk. s’Avonds werd er wat nagepraat en genoten we van elkaars gezelschap.

Dag 2: Bielerhöhe

Op dag 2 gingen we de Bielerhöhe beklimmen, de enige klim boven de 2000m die je in de buurt met de fiets kan beklimmen. Vanaf ons huisje heb je eerst een lang stuk in de vallei dat heel de tijd vals plat omhoog loopt tot aan de tolpoort voor de Bielerhöhe (deze is voor fietsers wel gratis) en vanaf daar gaan de stijgingspercentages direct de hoogte in.
De eerste paar kilometer reed ik op kop daarna plaatste Stekke eerste versnelling, ik was de enige die nog mee kon, Jurgen reed een 50-tal meter achter ons, de rest was al verder weg. Na nog een kilometer of 3 waarop we beide een keer op kop reden versnelde Stekke nog eens op 7km van de top, nu moest ik passen. De volgende 1,5km kon ik het verschil nog redelijk klein houden maar aan het eerste platte stuk langs het eerste stuwmeer schakelde Stekke naar de grote plaat, ik had deze versnelling niet in de benen en heel snel erna kon ik hem zelfs niet meer zien. Uiteindelijk ben ik bovengekomen op 4min, doordat ik toch wat te diep was gegaan aan het begin van de klim (en een camerabatterij wissel) kwam Jurgen tot op een minuutje. Een minuutje of 5 later kwam Wouter binnen, een kwartiertje later kwam Jolle in een sprintje net voor Johan boven.
En boven was het echt prachtig, druk en toeristisch maar met een schitterend uitzicht op een helblauwe stuwmeer, Silvretta Stausee, met sneeuw in de achtergrond! We hadden tijd genoeg om ervan te genieten want Jeroen kwam pas een dikke 20min later boven en Kurre nog een paar minuten daarna.
Na een korte (maar zalige) afdaling was er een kort klimmetje van 2,5km aan 5% naar een andere nog mooier meer, het Kops Stausee, echt prachtig!
Na een pauze was er de laatste beproeving, een supersteile en zeer technische afdaling met ook nog eens afwateringsrails waar je telkens voor moest vertragen. Met piepende remmen, pijnlijke handen en voorarmen beëindigden we de afdaling toch zonder valpartijen, al ging dat bij sommigen wel sneller dan anderen, ook niet zo erg want daardoor konden we toch even een praatje slaan met een paar leuke wielerdames die aan het zelfde kruispunt ook even een pauze namen.
Hierna reden we in de vallei terug naar ons huisje, nu natuurlijk grotendeels dalend.

Dag 3: Kapelhike

Op dag 3 had Stekke een wandeling gevonden met naam “Kapeltocht”, de naam doet vermoeden aan een tochtje langs wat kapelletjes en kerkjes maar niets is minder waar. Waar de naam vandaan komt weet ik niet (misschien dat 1 van de andere Berggeiten dit wel weet?) maar wat was ie zwaar! De afstand viel wel mee (zo’n 8-10km volgens verschillende gps’n), maar over die korte afstand moesten we wel zo’n 1100meter klimmen, van 700m tot 1800m. De eerste 1,5km viel nog mee maar dan was het direct steil omhoog, op sommige stukken leek het meer op kruipen dan wandelen! Na 3km was het duidelijk dat samen boven komen geen optie was, door het hoogteverschil was het ieder op eigen tempo, Stekke bleef bij Dorien en Wouter, Caroline besloot rond hoogtemeter 1000 dat ze het te zwaar vond (dit was haar eerste wandeling in de bergen) en keerde terug naar ons huisje.
Johan liet zien dat hij de naam Berggeit waardig was en beklom de berg het snelste, ikzelf kwam een kwartiertje later boven na heel wat start en stop werk door een blaar (eerste ooit). Johan had ondertussen een tafel in het restaurant boven in beslag genomen, Jurgen, Jeroen, Kurre en Jolle kwamen een dikke 10minuten na mij boven, Stekke met Dorien en Wouter nog een kwartiertje later. Na een paar dikke verdiende biertjes en een lekker maal met z’n allen (Caroline was ondertussen met de kabelbaan naar boven gekomen) besloot Stekke nog verder te gaan naar de echte top, zo’n extra 400hm en 2,5km en dit deed hij op ongeveer 30min! Ondertussen waren we met de rest met de kabelbaan naar beneden gegaan. Stekke bleek niet op tijd terug te zijn geweest van de top en had de laatste cabine van de kabelbaan gemist en moest daardoor nog eens de 8-10km extra naar beneden wandelen, zeer sterk van Stekke

Dag 4: Gargellen

Dag 4 was een halve rustdag, wat nodig was na de wandeling de dag ervoor. Het plan was om naar Gargellen te rijden, een dorpje op een colletje zo’n 14km van ons huisje. De eerste 6km waren lichtjes bergop in de vallei, daarna begon meteen het steilste stuk, zo’n 2km aan 10-11%. Mijn benen waren eigenlijk wel goed want ik moest zelfs op de steilste stukken niet naar mijn kleinste versnelling en ik reed al snel weg van de rest. Johan moest als eerst snel lossen maar Stekke werd ook snel gelost door Jurgen. Stekke voelde de inspanning van gisteren nog duidelijk in de benen. Ik kwam als eerste boven anderhalve minuut voor Jurgen, Johan had deze keer zijn klim goed ingedeeld en kon zelfs op en over Stekke, alleen Wouter die kwam wat later binnen, door een late nacht kroop hij vanuit zijn bed direct de fiets op zonder te eten, niet echt goed voor een klim van zo’n 8km. Boven dronken we iets op een super gezellig terras, daarna reden we terug naar beneden, de afdaling was zalig met amper technische bochten! De benen waren goed opgewarmd voor de koninginnenrit de dag erop.

Dag 5: Koninginnenrit

Woensdag was onze koninginnenrit, een tochtje van 135km met zo’n 2700 hoogtemeters.
Uiteindelijk besloot 5 man om mee te rijden: Jolle, Jurgen, Wouter, Johan en ik. De eerste 21km waren gelukkig licht dalend en dus konden we met wat vertrouwen beginnen aan de eerste klim deze ging vanuit Ludesch omhoog naar Raggal en was zo’n 5,6km aan 6,7%.
Omdat het nog lang was begon ik op een redelijk rustig tempo en toch was ik snel alleen, halverwege kwamen Johan en Jurgen wel terug in het wiel. Johan versnelde even maar al bij al kon ik zonder problemen volgen, de versnelling was op een vlakker stuk, maar zodra het wat meer bergop ging moesten eerst Johan en daarna Jurgen terug lossen. Ik kwam zonder echt moeite te doen als eerste boven, na mij kwamen Johan voor Jurgen en Wouter binnen op een paar minuten, Jolle was na een minuut of 7 ook boven.
 Na een korte afdaling waar Wouter het voortouw nam kwamen we aan de moeilijkste beproeving van de dag, de Faschinajoch een klim van 9km aan 8%, op papier niet zo moeilijk dus maar er zitten 2 km in die niet onder de 11% gaan en een deel daarvan is in een tunnel en daardoor lijkt die 11% nog een pakje zwaarder! Ondanks dat ik een beetje stilviel op het moeilijke stuk kon ik in de laatste km nog versnellen en kwam ik een kleine 2 minuten voor Jurgen boven. Wouter kwam maar net na Jurgen boven, Jolle kwam daarna boven op 9 minuten, Johan na 12 minuutjes.
Boven kochten we wat bevoorrading in een winkeltje, we hadden heel de dag tijd en dus genoten we van een rust momentje.
De afdaling naar Au was zo’n 7,5km. Wouter was weer de beste daler en was eerste beneden, maar echt slechte dalers waren er vandaag niet bij (en de afdaling was ook niet technisch) en er zat maar een minuutje tussen de eerste en laatste, wat leuk was.
Na Au begin je eigenlijk direct aan de Hochtannbergpass (18km aan 5%) maar de eerste 6km zijn bijna vals plat, de “echte” klim is 12km aan 6%. Maar doordat Johan meteen een stevig tempo oplegde lag het wel snel uit elkaar. Na een paar kilometer stond Johan wel ineens aan de kant, geen idee meer waarom maar daardoor zat ik ineens alleen, maar ja ik had een goed tempo te pakken dus ben ik maar verder gereden aan het zelfde tempo. Zo’n 6km van de top begint het moeilijkste stuk van de klim en gaat het gedurende 5km niet onder 8%, gelukkig zijn dan ook de landschappen het mooist. Ergens rond Neßlegg kwam Johan mij ineens snel voorbij gereden, ik dacht “wat is die van plan” maar ik wist dat hij dat niet lang kon volhouden dus ben ik in zijn wiel gekropen en inderdaad na 500m viel hij ineens stil, hij dacht dat we aan de laatste kilometer bezig waren maar hij had zich serieus misrekend want eigenlijk was het dan nog 4km tot de top waarvan de zwaarste stukken van de klim (3km aan 9%). Blijkbaar moest hij van die versnelling toch efkes bekomen want hij is nog voorbij gereden door Jurgen en Wouter en kwam zelfs 4min later dan hen boven (en zo’n 5 min na mij) Jolle nog een paar minuten later.
Na een korte afdaling zijn we in Warth gestopt om iets te drinken, daarna volgde nog wat licht dalende kilometers tot in Lech dat aan de voet lag van de laatste klim van de dag, de Flexenpass.
Op zich is de Flexenpass geen moeilijke klim, hij is maar 6km aan 5,4% maar na 84km en al meer dan 2000 hoogtemeter kroop deze klim toch in de kleren. Aan het begin van de klim was er een Oostenrijks duo dat mij voorbij reed net voor een tunnel, op zich kom me dat niet veel schelen ware het niet dat de ene Oostenrijker compleet stil viel en het heel lastig was om voorbij te rijden op het “fietspadje” en zelfs na wat belgerinkel wou hij mij niet voor laten, hierdoor verloor ik veel tijd en ritme. Pas na ¾ van de tunnel kon ik hem voorbij rijden.
Door dit alles kon Wouter iets na de tunnel in mijn wiel kruipen. En gelijk had hij want vanaf dan was het wind op kop, natuurlijk dacht ik meteen dat hij mij dan wel even zou voorbij rijden net voor de top maar ook bij Wouter zat er niet veel meer in de benen en na een kleine versnelling moest hij de laatste 200m toch lossen. Jurgen kwam een klein minuutje later boven,  Jolle kwam een kleine 5 minuten na Jurgen binnen. Op Johan moesten we iets langer wachten, die was volledig leeg.
Hierna zou een toffe afdaling volgen, maar dat moest even op zich wachten, net nadat we onze vestjes hadden aangedaan voor warmte in de afdaling moesten we stoppen voor een tunnel, rood licht.
Blijkbaar waren ze aan de tunnel aan het werken en was er maar 1 rijvak beschikbaar, na 5 minuten wachten begon het ons tocht te irriteren en kregen we het te warm, even onze vestjes uitgedaan, uiteindelijk hebben we 15 minuten moeten wachten!
De afdaling zelf was ook minder leuk dan vorige keer (tijdens de Rund Um Vorarlberg het stuk van Au tot Bludenz al eens gereden) want ook hier waren ze aan het werken en lag de weg open, de auto’s gingen traag en zelf had je minder grip door de steentjes.
Na het eerste deel van de afdaling (het technische gedeelte) hebben we (ik en Wouter die zoals steeds eerste beneden kwam) even gewacht op de rest. Nu kwam er een heel lang stuk van zo’n 25km licht dalend (-3%). Heel even ben ik nog verkeerd gereden en bijna op de snelweg terecht gekomen, hierdoor reed Johan weg van ons (en die hebben we zeker 15km lang niet meer gezien).
Na deze zalige afdaling door prachtige dorpjes en mooie landschappen kwamen we aan Bludenz en moesten we enkel nog terug het valleitje doen tot aan ons dorpje. . Mijn benen waren nog redelijk ok en dus heb ik deze laatste 13km op kop gereden. Ondertussen waren bij de rest de benen redelijk moe en moest er een paar keer gewacht worden, het was natuurlijk ook heel de tijd valsplat (met zelfs een klimmetje van 1km aan 3%), na 8u17 (en 6u rijden) kwamen we moe maar voldaan terug aan ons huisje.
Uiteindelijk hebben we zo’n 133km gereden met 2500 hoogtemeter.

Dag 6: Kristakopf/Latschau

De dag na de koninginnenrit  hebben we eerst wat uitgeslapen, om 11u zijn we dan toch vertrokken voor een kort (maar krachtig) ritje. Ons plan was om de benen nog eens goed te belasten op de Kristakopf (3,4km aan een pijnlijke 9,8%) en daarna een cafeetje bezoeken in Silbertal (een prachtig dorpje in een doodlopend valleitje). Meteen aan de voet schakelde ik naar een hoog tempo, dit was ook het steilste stuk dus ik wist dat Stekke het daar het moeilijkste ging hebben door zijn (te) grote versnellingen. En inderdaad na het steilste stuk, de eerste 2km zijn tussen 9 en 14%,  had ik een voldoende groot gat op Stekke zodat ik daarna gewoon op tempo kon verder klimmen. Uiteindelijk is ook Jurgen nog op en over Stekke gegaan na een verrassingsaanval. Na Stekke kwamen Wouter, Johan,  Jolle en Kurre met ongeveer 2min intervallen boven, op Jeroen moesten we iets langer wachten na een korte hike. Gezamenlijk reden we naar beneden, dit was eerder van te moeten want voor ons reed er een Duitser die duidelijk niet gewoon om in de bergen te rijden want we moesten heel de tijd remmen.
Nu moesten we enkel nog dezelfde klim doen waar we onze eerste rit van deze vakantie mee gestart waren al ging het deze keer veel sneller, Stekke was 1 van de eerste die versnelde daarna volgde er een hele hoop andere versnellingen. Ik had niet veel zin om op al die aanvallen te reageren met de rest in mijn wiel, daarom stak ik al mijn energie in 1 aanval. Achteraf gezien was het misschien nog wat te vroeg want ik heb uiteindelijk nog 4km alleen moeten rijden met een lichte wind op kop (en vals plat). Uiteindelijk nog net als eerste in Silbertal aangekomen maar het was echt nipt want als het honderd meter verder was geweest was Johan als eerste aangekomen.
Al snel hadden we een terrasje gevonden, al bleek dit nog niet open te zijn, maar in tegenstelling tot Frankrijk kennen ze in Oostenrijk wel iets van zaken doen en mochten we van de bazin toch een tafeltje inpalmen. Omdat het de laatste dag was van Stekke, Jurgen, Johan, Dorien en Caroline werd er wat nagepraat over deze vakantie.
Na een paar consumpties zijn we terug vertrokken, nu was het dus afdalen tot ons huisje en er waren een paar die er veel zin in hadden want er werd serieus bij getrapt en er werden auto’s voorbij gestoken. De afdaling was ook weinig technisch dus er konden zonder problemen hoge snelheden worden behaald en er waren ook geen bochten waar geremd moest worden.
Eigenlijk zijn we allemaal ongeveer samen beneden aangekomen, zelfs Kurre vond het een leuke afdaling. na de afdaling zijn we in het Italiaanse cafeetje waar we al een paar keer waren geweest nog iets gaan drinken om afscheid te nemen.

Dag 7: Brandnertal

De volgende dag werd er wat uitgeslapen na een lange nacht 😉, het plan was om 11u te vertrekken voor een tochtje naar de Brandnertal, een ritje tot boven en terug, zo’n 65km.
Maar blijkbaar was voor sommigen de nacht nog te kort of de berg te zwaar, dus ben ik alleen vertrokken, en eigenlijk vond ik dat nog niet zo erg, podcast in 1 oor en trappen maar. Alleen rijden heeft zijn voordelen, eigen tempo rijden en pauze wanneer je wil of niet. De eerste 16km waren dezelfde als tijdens de koninginnenrit, lichtjes dalend langs een perfect fietspad. Daarna begin je aan de Brandertal een klim van zo’n 17,5km aan 5,8% maar laat dat percentage je niet verrassen, van die 17,5km zijn zo’n 8km die niet boven de 3% gaan, dus dan kan je wel raden dat er ook heel zware stukken in zitten!
En na de eerste km begin je direct aan een zwaar stuk, tot in het eerste dorpje Bürserberg (na 5km klimmen) ga je niet onder 6% met lange stukken boven 8%. Daarna heb je gelukkig zo’n 5km om op je effen te komen, want tot in het volgende dorpje Brand (na 10km) gaat het niet boven 3% met zelfs een vlak stuk in Brand. Zelfs na Brand heb je nog 2 makkelijke kilometers maar wat daarna komt is andere koek! In Brand zie je zelfs eigenlijk al waar je naar toe moet, en normaal gezien denk je dan oei nog zo ver en zo hoog, maar ik dacht vooral, hoe fucking prachtig is dit en waarom is deze klim zo onbekend! Want echt waar ik heb nog nooit zo’n prachtige klim gedaan, toch zeker de laatste 7km na Brand, je rijdt naar boven tussen Alpenweides maar ook langs gigantische rotswanden die zo uit Lord of the Rings zouden kunnen komen! Eerlijk die laatste 7km zijn de mooiste 7km die ik ooit vanop de fiets heb gezien! Maar je moet er wel iets voor over hebben want de laatste 5km gaan niet onder de 6% en 4 ervan zelfs niet onder de 8%, de eerste 2km van die 5km hakken er direct in, 10% gemiddeld met korte stukken van 15%! De volgende 3 zijn zo’n 7% gemiddeld met op het einde nog een muur van 500m aan 10% met stukken tot 16%, echt een uppercut, de dagen ervoor helpen natuurlijk mee aan dit gevoel.
Spijtig genoeg zijn er 2 nadelen, boven kom je toe op een grote parking van een kabelbaan die mensen naar de stuwdam van de Lunersee brengt. Na zo’n fantastische klim voelt dat een beetje als een anticlimax. Het andere nadeel is de grotere weg (tweevaksbaan) tot Brand, ik had geluk want ik ben eigenlijk weinig auto’s tegen gekomen, maar boven op de parking stonden er een stuk of honderd auto’s, dus deze klim wil je zeker niet doen in de toeristische periode!
Ook de afdaling was super leuk, doordat je hartslag wat lager is kan je nog meer genieten van het landschap en omdat ik niet graag stop als ik klim kon ik dit nu wel doen en wat foto’s trekken van deze landschappen. De afdaling was redelijk technisch tot aan Brand maar omdat elke auto naar boven reed had ik wel geen auto’s die me probeerden voorbij te steken, of die ik voorbij moest. Na Brand was het een bijtrap afdaling. De laatste 15km waren dezelfde als de heenweg, maar nu dus lichtjes bergop maar al bij al viel dat nog goed mee. Thuis aangekomen rustig geluncht en het huis opgeruimd, gezocht naar een glasbak (bleek moeilijker en verder dan gedacht) s’avonds nog iets gaan eten en redelijk (toch t.o.v. de voorbije dagen) op tijd gaan slapen.

Dag: 8

s’Ochtends vroeg opgestaan en nog een beetje genoten van de gezonde berglucht maar al snel de auto in gekropen. In de auto werd er wat nagepraat over de vakantie.
Deze vakantie was zeker niet de meest sportieve maar na 1,5 jaar Corona was het voor sommigen vooral nodig om zich eens goed uit te leven en alles even te vergeten en dat is goed gelukt!
Uiteindelijk kwam ik aan bijna 350km en 8500hm.

Bedankt aan mijn mede Berggeiten voor wederom een prachtig avontuur!

Het volgende verslag zal waarschijnlijk gaan over het Zwarte Woud maar dat valt dezer dagen nog af te wachten! Misschien dat ik nog een kort verslagje schrijf over een tripje naar Mallorca met Jolle en Kurre dat we in oktober maakten maar daar moet je niet op wachten!
Hieronder nog een foto album en een youtube playlist.

Oostenrijk-2021-17-van-75
Copyright: www.koenmiseur.be
« van 75 »

Leave a reply

Your email address will not be published.

You may use these HTML tags and attributes:

<a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.