Alpenbrevet Zwitserland 2017
Na een korte nacht stond ik samen met Jolle en Butcher aan de start van het Alpenbrevet in Zwitserland, 1 van de zwaarste Gran-Fondo’s.
Aan de start, in Meiringen, stond al gigantisch veel volk, maar Butcher kon toch nog vooraan geraken, hij kon dan ook elke minuut gebruiken om de 270km te kunnen uitrijden. Zelf stonden ik en Jolle wat verder, ik in het vak van 20km/u, toevallig ook ongeveer de snelheid waarin ik eindigde, en Jolle nog wat verder.
De eerste paar kilometers waren vlak en een heel zenuwachtige bedoeling. Het eerste korte klimmetje was ook nog nat, dus heb ik daar zeer voorzichtig gereden.
Na een paar makkelijke kilometers bergop (denk versnellingen 50×26) was er een korte technische afdaling, jammer genoeg was er daar nog heel veel volk bij elkaar waaronder een paar zotten die zelfs rechts voorbij staken!
Na deze korte afdaling waren er een paar snelle kilometers in een valleitje.
De Grimselpass begon met een aantal moeilijkere kilometers waarna er heel wat makkelijke kilometers volgden, tijdens heel de klim kon ik zonder diep te gaan van groepje naar groepje rijden.
Na een kilometer of 9 begon het te regenen, gelukkig was er ook net op dat moment een stuk met enkele tunnels, het was ook niet koud, dan is de regen ook wat draaglijker.
De laatste 10km van de klim waren wat moeilijker maar eigenlijk ging het nog goed. Ondertussen was de regen ook gestopt. Ik luisterde ook naar wat Butcher mij had gezegd voor de start, nooit in de rooie gaan en gewoon een goed tempo naar boven rijden.
Op de top was het prachtig weer met leuke uitzichten en een goeie bevoorrading.
Butcher en Jolle hadden mij gewaarschuwd dat de afdaling veruit de meest technische van de dag ging zijn, en ik ben al niet een goede daler. Ook hier was er nog heel wat volk en heb ik (buiten de rechte stukken) vooral op mijn gemak gedaald, aan zo’n tocht doen er namelijk een hele boel mensen mee die denken dat ze profs zijn en op een afgesloten parcours rijden!
Na een nerveuze afdaling was er de eerste splitsing, voor de Silber tour (130km) en gelukkig was er heel veel volk dat daar afdraaide! In de vallei waren er een stuk of 7 vlakke kilometers met wind vol op kop, spijtig heb ik de meeste van deze kilometers alleen moeten afleggen.
Dan kwam de moeilijkste beproeving van de dag, de Nufenenpass, dit is een 14 kilometer lange muur met meestal wind op kop. En man wat had ik er slechte benen, of toch dat dacht ik, want ik raakte precies geen poot vooruit, terwijl het toch leek dat er heel veel mensen mij voorbijstaken. Maar ik denk dat ik gewoon een verstandig tempo heb gereden en heel wat mensen er te snel hebben gereden, dat merkte ik ook op de laatste 2 klimmen. Ook nog even aan de babbel geraakt met een Belg die al een aantal jaar in Zwitserland woont (niet Jolle), ik herkende hem aan zijn broek van Chocolade Jacques. De laatste 2 kilometer begonnen de benen eindelijk terug wat beter aan te voelen, gelukkig maar want ik was nog niet eens halfweg!
Boven was er wederom een bevoorrading en een prachtig uitzicht, eigenlijk waren tijdens heel de rit de uitzichten bovenaards!
De afdaling van de Nufenenpass deed me een beetje aan België denken, hiervan waren grote delen betonplaten. Maar t.o.v. Belgische wegen, waren ze voor de rest in orde en het was bergaf en dus kon het me minder deren. Voor de rest was dit echt wel een afdaling naar mijn hand, lange rechte stukken waar je zelfs kon bijtrappen, in bochten ben ik nog altijd zeer voorzichtig maar op zo’n rechte stukken durf ik me echt wel laten gaan en snelheden boven 60km/u waren niet ongewoon!
Na de echte afdaling waren er nog een aantal stukken licht bergaf waar je toch serieus moest trappen (onder meer door de wind). Maar ook hier had ik geluk, ik kon eigenlijk heel snel inpikken bij een groepje van een man of 5 waarin iedereen mee werkte.
In Airolo, na de afdaling, was er een bevoorrading en de splitsing voor de Platin tour (270km) en de Gold tour (170km), blijkbaar was Butcher hier nog net doorgeraakt voor de splitsing gesloten werd, ik was sowieso van plan om de Gold tour te doen, tenzij ik heel goede benen had.
Snel na de bevoorrading kwam de volgende beproeving al, de San Gottardo Pass, de weg over de bekende tunnel dus. En wat deze beklimming zo’n beproeving maakt is het wegdek, van de 14km zijn er zo’n 10km kasseien, al mag je deze wel niet vergelijken met de kinderkopjes van België.
Ik kan van mezelf zeggen dat ik redelijk goed over kasseien kan rijden en keek dus wel uit naar deze klim, beetje raar misschien maar iets wat je goed kan doe je meestal wel liever.
Na het slechte gevoel op de Nufenenpass kwam ik op deze klim eigenlijk heel snel in een goed ritme en stak ik, ondanks een bidon collé, heel veel volk voorbij, terwijl niemand mij voorbij stak. Tip voor de Zwitsers, Duitsers en Belgen die niet weten hoe je op kasseien moet rijden, op de rug, daar hebben nog geen auto’s gereden en blijft ook geen water staan waardoor die rug vlakker is.
Boven was er veel volk, maar allemaal toeristen, en geen bevoorrading, die ik eigenlijk wel verwacht had.
Dan maar snel naar beneden, en snel is wel het juiste woord want de afdaling naar Wassen bestaat uit voornamelijk rechte, brede wegen met alleen wat vloeiende bochten, de Garmin ging een paar keer boven de 70km/u. In de afdaling, te Andermatt, was er nog een bevoorrading, waar heel veel volk stond, al de afstanden kwamen namelijk langs deze bevoorrading, daarna waren er nog 11 dalende kilometers naar de voet van de laatste berg.
Als laatste berg stond de Sustenpass op het menu, al bij al geen super moeilijke klim, en heel gelijkmatig maar mentaal is het andere koek, je ziet namelijk al vanaf het begin de top liggen en die lijkt maar niet dichterbij te komen! Maar ik had op deze klim een heel goed gevoel en ging heel veel volk voorbij die mij hadden ingehaald op de Nufenen. Maar dan stak de zon een stokje in mijn wielen, ik voelde een zonneslag komen, het was namelijk 34° en al mijn drank was ook al warm geworden. Ik voelde dat ik even moest afkoelen, gelukkig was er op zo’n 5km van het einde een huisje met een kraantje en wat schaduw, en ik was niet alleen, we stonden er met zo’n 15 mannen/vrouwen.
Na een paar minuten verkoeling dook er even een wolk op, het ideale moment om de laatste 5km aan te vatten, en tot mijn verbazing kwam ik eigenlijk direct terug in mijn klimritme en ging nog sneller dan voor de pauze. Na de laatste grote bocht kwam er wat wind vanaf de helling en was het heel aangenaam klimmen.
Op de top stond er veel volk en ik heb er ook even genoten van het uitzicht en het zonnetje.
De afdaling was weer pure fun, al heb ik nu wel een paar groepjes moeten laten rijden, ik weet niet waarom mensen denken dat ze in de afdaling iets moeten goedmaken wat ze in de klim hebben laten liggen. Na de afdaling waren er nog wat vlakke kilometers en nog een kort klimmetje vlak voor de finish, niet de leukste kilometers zo op mijn eentje, maar ik kon wel wat nadenken over de ongelofelijke mooie (die uitzichten tijdens het afzien!) en zware rit ik zonet achter de rug had!
Jolle stond aan de aankomst te wachten samen met Kurre, Dorien en Stekke. Jolle had buiten serieus afzien op de Sustenpass al bij al vrij gemakkelijk de Silber tour uitgereden. Butcher was op weg om de Platin tour uit te rijden, maar 2 lekke banden en regen hebben hem te veel doen vertragen en hij is niet tijdig aan het voorlaatste controlepunt geraakt, maar derde keer goede keer he!
Statistieken van mijn Gold Tour: 176km, 5150 hoogtemeter aan 20km/u.
Statistieken van Jolle zijn Silber Tour: 133km, 3500 hoogtemeter aan 17km/u.
Statistieken van Butcher zijn Platin Tour: 202km, 5000 hoogtemeter aan 20km/u.
Hieronder nog de Strava-file en wat foto’s