Brevet 50 km – Ode aan de Rik
Daags nadat onze club het Brevet 50 kilometer organiseerde, stonden er alweer 8 Berggeiten aan de start voor een winderige rit richting ‘De Limburg’. Blijkbaar hoort die ‘De’ er volgens de meeste locals niet bij…
Eerst nog even terug naar de dag voordien. Het ondertussen beruchte Brevet 50km. Berucht? Ja toch als de Berggeiten het organiseren. In het verleden zakte menig wielertoerist af naar Bertem uit angst voor welke cols men deze keer weer zou moeten gaan beklimmen. Daar waar in het verleden de Galibier en andere Bonettes in het niets verdwenen bij die Vlaams-Brabantse cols, was deze editie echt wel een biljartvlak parcours. Biljartvlak? Nu ja, naar Berggeiten norm uiteraard. Het was zo eerder een type parcours genre Ronde Van Vlaanderen.
Vreemd genoeg deze keer dus geen klachten over hellingen waarvan men achterover gekanteld was van de steilte, geen medische interventies van de MUG wegens plotselinge hartklachten. Het werd al even saai te worden, maar zoals de weergoden telkens weer een bondgenoot zijn van onze club telkens we iets organiseren, was het dit jaar niet anders. Geen regen, hagel, storm, rukwinden, ontwortelde bomen, … gewoon wind. Doodgewone wind, veel wind, constante wind! Menig toerist kwam al afgepeigerd toe in de Venetiaan voor een welverdiende bevoorrading, op het terras, in de wind uiteraard. Nadien volgde gelukkig een stukje rugwind om dan uitgewaaid in ’t Blok in Bertem aan te komen voor een welverdiende gerstelijke.
Daags nadien moesten we dus zelf de rennersplunje aantrekken. Was de wind nog aanwezig? Uiteraard wel! Daardoor werd er gekozen om eerst wind op kop te rijden om dan binnengeblazen te worden. Uiteraard is dit wat utopisch voorgesteld en in werkelijkheid ging niet alles zo gezwind. Zoals wel vaker aan de Grand Départ van onze clubritten stonden er ook deze keer weer enkele bij waarbij de Stella’s en Duvels van daags voordien nog niet volledig verteerd waren. Een stevig sportontbijt ten spijt…
De combinatie van ‘een mannelijke poes’, een stevige kopwind en nog wat pittige hellingen rond Lubbeek en Pellenberg zorgde ervoor dat al menig drinkbus leeg was na pakweg 30km. Halfweg werd er dan ook gekozen om uitzonderlijk een ‘mi-temps’ in te lassen op het terras van een lokale kroeg ergens in Zolder. Na deze dorstlesser, bij de ene al wat straffer dan de andere, bereikten we het keerpunt. Vanaf nu was het rugwind, heerlijk!
In Halen City ter hoogte van Gods huis demarreerde plotseling onze ondervoorzitter. Als doodgeknuppeld keek de rest van de ploeg naar dit vreemde manoeuvre. Was de ondervoorzitter dan een beschermende rol toebedeeld voor de rit van vandaag? Waren zijn benen zo goed dat hij ze gewoon niet in bedwang kon houden? Had zijn zelfvertrouwen een opkikker nodig door even de rest ter plaatse te laten? Een bronzen borstbeeld bracht enige verklaring. Daar vlak naast de kerk stond onze Clerckx daar vereeuwigd, met een gigantisch palmares om u tegen te zeggen als verklaring voor deze vereeuwiging. Ho maar even, waarom had onze ondervoorzitter plots extra haar gekregen in zijn bronzen alter ego? Het betrof onze held zijn peter: de onovertroffen Rik Clerckx! De enige die in het verleden de grote Gaston Roelands in het zand kon doen bijten. Mooi moment! Even werd er al gespeculeerd wat een gigantische carrière er voorbijgegaan is aan onze ondervoorzitter mocht hij over de zelfde genen beschikken als zijn peter en als hij voor de atletiek gekozen had in plaats van een bestuursrol bij onze bescheiden vriendenwielerclub…
Dromend over de vergane en ontnomen glorie van onze ondervoorzitter werd er verder gereden naar de laatste halte van de dag: het café. En zoals elk mooi verhaal, eindigde ook deze toch weer zoals gebruikelijk: met een lach en een glas. Bedankt Rik Clerckx, bedankt wind om gedurende 120 km zowel bondgenoot als vijand te willen zijn.