La Cannibale 2016
Zaterdag was D-day, La Cannibale!
De wekker ging af op het ongoddelijke uur 4u45, door de zenuwen was er ook niet veel geslapen. Het was ook aan het regenen, iets wat al de weerberichten tegenspraken.
Butcher had daarom ook al besloten om niet mee te rijden, en ergens begreep ik hem wel, hij had de Ventoux al meermaals gedaan en langs alle kanten. Wel heel leuk dat hij toch mee opstond en mij tot aan de start voerde.
De start was in Malaucene en na een halfuurtje rijden was het nog steeds redelijk kalm daar, aan de start stond nog maar een man of 10. Steven DP en ik waren er als eerste van de Berggeiten en we kregen meteen de mededeling dat de top naar Malaucene afgesloten was.
Op de top was het gevoelstemperatuur -10°. En omdat je vanaf Malaucene alleen over de top naar Sault kan ging de start worden gegeven in Bedoin, daar mochten we dan tot aan Chalet Reynard. Daar ging het nog steeds -2° gevoelstemperatuur zijn, gelukkig had ik dus beenstukken, armstukken, een sjaaltje en lichte handschoenen bij.
Na het ceremoniële startschot door Bart Wellens gingen we in groep, begeleid door motoren, naar Bedoin en daar werd de meute dan losgelaten.
Gezamenlijk ging het traag, nadat we werden losgelaten ben ik Jurgen snel tegengekomen.
Op die eerste beklimming van de Ventoux had ik geen goede benen, wat dan weer hielp om me niet te forceren, het ging nog een lange dag worden.
Het dalen deed ik op mijn gemak, sowieso ben ik nog altijd niet 100% zeker in het afdalen en met deze regen wou ik geen enkel risico nemen.
Op een paar kilometer van Sault kwam Jurgen terug, hij had wel sneller durven dalen.
Aan de bevoorrading in Sault zaten heel veel mensen te bibberen van de kou en eerlijk gezegd mijn voeten waren bevroren, ik kon mijn tenen amper bewegen.
Maar voor de rest was de moraal wel ok, het begon wat minder te regenen en de temperatuur begon te stijgen. We besloten om even op Jeroen te wachten, na zo’n slecht gevoel op de beklimming kon het niet anders dat Jeroen niet veraf zou zijn. Tijdens het wachten begon ik terug wat gevoel in de tenen te krijgen, het overvloedige eten hielp hierin.
Maar na zo’n 20 minuten te wachten was er nog steeds geen Jeroen in zicht, na wat rondgebel zonder resultaat (behalve dan het bericht dat Steven De Pauw van Sault rechtstreeks naar Mazan ging fietsen, was onderkoeld geraakt), besloten we verder te rijden. Naderhand vertelde Jeroen me dat hij een serieuze klop van de hamer had gekregen op de Ventoux.
Na een kort klimmetje vanuit Sault was er een lange afdaling waar ik Jurgen zelfs kon volgen, met in ons wiel nog een stuk of 10 anderen, die waren in ons wiel gekropen op het klimmetje. Na de afdaling begonnen we wat rond te draaien en raapten wat andere groepjes op, en de zon begon zelfs te schijnen maar jammer genoeg kreeg Jurgen een lekke band. Na wat wachten op Jurgen zei hij me dat ik mocht doorgaan want hij ging waarschijnlijk de splitsing nemen van de Cannibalette, wel moest ik aan de splitsing 10min wachten als hij dan niet kwam mocht ik doorrijden.
Een paar kilometer erna kwam ik aan Col d’Aulan, een hele mooie klim waarin je vanuit een ravijn naar boven rijdt. Het was niet alleen de mooie klim doe me vleugels gaf maar eindelijk had ik mijn goeie benen gevonden, ik stak gigantisch veel volk voorbij (mede omdat ik in totaal toch een 30min had stil gestaan). Dit had meer kunnen zijn ware het niet dat ik een kilometer of 3 achter een mobilehome vast zat. Bovenop de Col d’Aulan was er een bevoorrading waar er heel veel volk stond en waar ik, na wat te eten en drinken, snel weg was.
Na de technische afdaling was er de splitsing waar ik, zoals afgesproken wachtte op Jurgen.
Maar zonder resultaat, Jurgen had blijkbaar wat moeilijkheden gehad met zijn band en was daarna Jeroen tegengekomen, ze besloten dan maar de Cannibalette te doen.
Na de Aulan kwam de Col De Perty, 12km aan 5%, met in de aanloop nog 6km aan 2%, in die 18km ben ik zeker 100 man gepasseerd, de benen waren duidelijk aan het warm lopen. Ik wil ook nog zeggen dat dit 1 van de mooiste klim is die ik heb omhoog gereden, prachtig uitzicht, goeie weg en niet te moeilijk, een aanrader.
De afdaling was ook heel leuk, iets wat ik al heel lang niet meer kon zeggen over aan afdaling, de schrik is bijna weg, nu nog de snelheid.
Na deze klim waren er nog 2 minder memorabele klimmetjes, de Col St-Jean, 4km aan 7% en Col de l’Homme-Mort, 9km 4%. Op deze klimmetjes stak ik nog veel volk voorbij, maar ik hield me er wel wat in omdat ik de Ventoux vanuit Sault moest doen. De afdaling van Col de l’Homme-Mort was heel leuk, vooral omdat ik maar door 5 man werd voorbij gestoken.
Net voor Sault begon het dan ineens keihard te regenen, na 10min onder wat bomen ben ik dan maar verder naar de bevoorrading gereden. Daar werd duidelijk dat ik niet meer naar boven mocht, of op eigen risico. Maar in de plaats moest ik dan dubbel zo ver naar Bedoin rijden en zonder duidelijke afpijling. Ze probeerden dan groepjes samen te stellen om gezamenlijk in groep te rijden. Maar dit kwam niet echt op gang, tip aan de Organisatie: zet moto’s in om zo’n groepen te begeleiden, ik heb verschillende moto’s gezien die op dat moment niks zinnig aan het doen waren. Na even twijfelen ben ik dan maar naar boven gereden, ik wist dat het korter was en het was een pak warmer dan tijdens de eerste beklimming.
Op de beklimming ben ik misschien 10man voorbij gereden en ik denk dat er ook niet veel meer aan het rijden waren toen. En eigenlijk heb ik er geen spijt van gehad, het was zoals ik had verwacht een pak warmer en doordat het bleef regenen raakte ik er ook gewend aan. Sault is wel een totaal andere beklimming dan Bedoin, veel makkelijker maar ook mooier omdat je niet heel de tijd in een bos zit.
Verrassend genoeg was er, iets na halfweg, nog volk aan de bevoorrading, en ze vroegen hoe het ging, na een duimpje vanop de fiets ben ik verder geklommen. De laatste 3km nog samen gereden met een andere held, die wist niet eens dat Sault alleen op eigen risico mocht worden beklommen. En dan aan Chalet Reynard nog een verrassing, want hoewel werd afgeraden om de beklimming niet meer te doen was er toch een aankomst lijn met speaker die zelfs mijn naam afriep.
Eerlijk gezegd dacht ik eerst direct door te rijden nu ik nog warm had, maar omdat ik de fiets van Jurgen zag staan ben ik toch maar naar binnen gedaan en daar zaten warempel Jurgen en Jeroen nog en ze hadden precies een pak kouder dan mij met zo’n gouden dekentje om zich heen.
Na wat voorbereiding, zo’n half dekentje als windstopper voor de borst gepropt, dan toch maar aan de afdaling naar Bedoin begonnen. Na een kilometertje of 4 (zou normaal veel sneller gebeuren) Jeroen en Jurgen moeten laten gaan, maar zelf ook tientallen fietsers voorbij gestoken, waarschijnlijk omdat mijn remmen amper werkten. Ongeveer halverwege de afdaling toch een schrikmoment, mijn bril zat vol regen, zoveel dat ik de keuze moest maken tussen een kwart zicht door de regendruppels of een troebel zicht (ik heb versterkte glazen). Het laatste bleek de beste optie en met wat meer voorzichtigheid werd er verder afgedaald. Ondertussen was ik ook redelijk onderkoeld geraakt, Bedoin kwam geen 10 minuten te vroeg. Tijdens een warme chocomelk hebben we gebeld naar de andere Berggeiten met de vraag om ons op te halen, met deze kou en regen gingen we niet meer op eigen houtje in Mazan geraken.
Een halfuurtje later werden de fietsen ingeladen en was deze Cannibale afgelopen.
Al bij al een mooie rit maar door het slechte weer toch niet wat ik er van verwachte, ik bleef met goeie benen op mijn honger zitten.
Ooit wil ik wel eens terug om Sault en Malauscene volledig te beklimmen. Maar dat zal waarschijnlijk niet zijn om de Cannibale te rijden, de lus was wel mooi maar het was geen €125 waard. Volgende keer doe ik de Cinglé, de 3 beklimmingen van de Ventoux op 1 dag al dan niet georganiseerd.
De statistieken: 180km en 3700 hoogtemeters aan 22,3km/u.
Onderaan vind je nog foto’s en Strava-files van de beschreven ritten.
Comments ( 2 )