Le Sebastien Rosseler
Zondagochtend 15 juni 6u45. De wekker gaat af, met slaapogen bel ik Kurre ook wakker. De honger is amper aanwezig, maar niet eten is geen optie. Het roadbook voor vandaag voorziet 128km en 1600 hoogtemeters. Op zich niet de zwaarst denkbare rit, maar de bedoeling was om er met het oog op de dorpelingenkoersen van binnen twee weken er een doorgedreven training van te maken.Plaats van afspraak was Lierneux, niet zo ver van Vielsalm en Trois-Ponts. Voor menig Berggeit en wielertoerist is dit bekend terrein aangezien veel toertochten via deze dorpen passeren. De verwachtingen voor het parcours waren dan ook dat dit parcours één van de zovelen zou worden.
Om 9u was de inschrijving achter de rug. Het tarief van 3€ werd nog even gewijzigd naar 5€ maar ik veronderstel dat ik nog niet helemaal wakker was aangezien ik het op de moment niet gemerkt had. Soit, 3€ of 5€ voor drie bevoorradingen, dat maakte de zaak nu ook niet. Veel fietsers waren er niet echt, maar rekening houdende dat deze rit ook de dag voordien werd georganiseerd, zullen de meesten voor de zaterdagrit geopteerd hebben.
Onmiddellijk vanaf de start was het klimmen geblazen. Geen rustige opwarmertjes, neen onmiddellijk stevige, lange en lopende hellingen van een paar kilometer. De zon van in Vlaams-Brabant had zich ondertussen verdrongen achter een dik wolkenpak, maar qua temperatuur viel het goed mee o.a. door het nodige klimwerk.
Voor we aan de eerste bevoorrading van dag kwamen wachtten er nog 2 kleppers van formaat: de cote de Wanne en de Stockeu. Bij de bevoorrading stonden na 40km dan ook al 600 hoogtemeters op de teller. De bevoorrading was, mede omdat we als één van de allerlaatste toekwamen, eerder ‘uitverkocht’. De twee sympathieke medewerkers maakten wel onmiddellijk lekkere boterhammen met kaas en excuseerden zich dat ze geen hesp meer hadden. Daarnaast was er ook cake en sinaasappels. Kurre en ik hadden onmiddellijk dezelfde bemerking: prima organisatie, mooi parcours, democratische prijs. Toen tenminste toch nog.
Volgens dezelfde sympathieke medewerkers was het ongeveer 30km over licht golvend terrein tot aan de volgende bevoorrading. De route zelf was prachtig en liep door Duitstalig België, steeds golvend op en neer met mooie verzichten over de beboste Ardennen. Na ruim een uur rijden sinds onze start aan de vorige bevoorrading polste ik even bij Kurre om te horen hoe ver het nog was tot aan de volgende bevoorrading. Vreemd was het om vast te stellen dat we al 37km hadden en nergens een bevoorrading konden waarnemen. Een tijdje later stelde ik dezelfde vraag, de kilometers waren al aardig opgelopen, maar nog steeds geen bevoorrading. Nuja de condities zaten dan wel mee: een strakke rugwind waardoor het tempo vrij hoog lag en nog steeds een golvend terrein zonder echt zware beklimmingen. Onze redding in suikers om de befaamde hongerklop te voorkomen zouden we wel in ontvangst nemen aan de derde en laatste bevoorrading op 100km.
De 100km passeerde, maar de bevoorrading bleef evenwel uit. Dan maar het laatste ‘noodgelleke’ binnengespoten voor de laatste 28km te overbruggen. Op zich kondigde deze zich volgens het roadbook aan als vlak aangezien we onze 1600 hoogtemeters bereikt hadden. Anderzijds ken ik de streek rond Houffalize en Vielsalm vrij goed en weet ik dat daar nog een aantal serieuze kuitenbijters liggen. Maar ik ging ervan uit dat ze ons rustig via de valleitjes terug naar binnen zouden loodsen.
En plots uit het niets stonde de laatste bevoorrading opgesteld op kilometer 115. Nadat ik de opmerking gaf dat we de tweede bevoorrading niet gezien hadden antwoorden de medewerkers dat deze vermoedelijk al opgedoekt was. Jammer voor diegenen die nog achter ons zaten, hopelijk zaten hun fietszakjes wel vol zoets en lekkers. Op mijn tweede vraag kreeg ik een antwoord dat nog wel even zal blijven hangen. Il-y-a encore combien de kilometres a rouler? 20? Non, non, que 15km. Cho, slechts 15km zou een mens dan denken. Er werd dan ook gekozen om niet te veel meer te eten en het laatste stukje even de gashendel open te trekken.
Wat nadien volgde zal de geschiedenis ingaan als ‘L’enfer de Lierneux’ ofte ‘De hel van Lierneux’. 30 minuten fietsen werden er 45. 45 minuten gingen over in 60. Van 60 ging het naar 75. De verwachtte valleitjes bleven uit en werden vervangen door een opeenvolging van lange hellingen met een stevige wind op kop. Als toemaatje mochten we ook nog even over de hoogste berg van België rijden: de Baraque Fraiture. En dan eindelijk stond de alles verlossende wegwijzer langs de weg: Lierneux!!! We waren er! Even nog hoekje omdraaien en dan weer een ontnuchtering: oeps Lierneux 4km. Och ja wat maakte het allemaal nog uit, uiteraard waren de 4 resterende kilometers bergop…
15 minuten later nadat de eerste frustraties wat bekoeld waren, kwam ook Kurre binnen vloekend binnen gereden. Ik hoef u niet uit te leggen naar de reden waarom? De cijfers: 151km en 2100 hoogtemeters. Volgens de organisatie: 128km en 1600 hoogtemeters. Ik vind het helemaal niet erg om wat extra te rijden, maar ik vrees dat niet iedereen een klein omwegje van 23km en 500 hoogtemeters in dank aanneemt. Hoewel de beschreven frustraties voor een wat beperkter euforisch gevoel dan gebruikelijk zorgden, moet wel gezegd worden dat de organisatie een héél mooi en goed afgepijld parcours had. Mits wat betere communicatie heeft deze tocht alles in huis om een toprit te zijn.
En dan de evaluatie van de conditie: die zit meer dan goed. Verschillende keren op de 50 kunnen doortrekken op de diverse hellingen. De stockeu zowaar vlotjes, in het zadel, met de handen op het stuur kunnen oprijden (met rugwind). Daarnaast ook hard kunnen doorvlammen op de vlakke stukken. Tussendoor nog wat daaltechnieken bijgeschaafd. En dat alles bij een ‘beperkte’ inname van suikers en vocht, maar dat was dan weer niet bewust gekozen. Laat de dorpelingenkoersen van Bertem en Haasrode maar komen.