Ventoux Stage 2011
Vertrokken met de minibus om 5u aan de Spar in Linden. Kurre zette meteen de toon door om 5u35 de eerste Stella open te trekken … Nadia had sandwiches voorzien, die vooral bij Mille in de smaak leken te vallen. Ook de voorzitter had een reuzehonger. Brandstoffen aan het opslaan voor de grote putch van vrijdag ?
Na een rit van een tiental uurtjes kwamen we aan in Malaucène. Daar kwamen we dan ook Erik en Smolders tegen, die met een andere wagen waren vertrokken.
De kamers werden verdeeld en de fietsen gemonteerd, er zou onmiddellijk op het stalen ros een losrij-ritje gedaan worden. De voorzitter had een tochtje uitgestippeld dat ons over de Col de Suzette bracht. Er stond zeer veel wind, wat ons toch wat ongerust maakte voor wat er nog zou komen de volgende dagen.
De eerste rit was 32km lang en had 580 hoogtemeters, net genoeg om de de lange auto-rit uit de benen te krijgen.
’s Avonds werd de BBQ aangestoken en de eerste Duvels mochten genuttigd worden. Dag 1 werd afgesloten met een spelletje poker, dat gewonnen werd door Mille.
Dag 2:
Rond een uur of acht waren de eerste Berggeiten wakker. Er werd krachtvoeding bij de lokale bakker gehaald, want er stond een serieuze laatste test op het programma. Er werd vanuit Malaucène naar Sault gereden via Bédoin (col de Madeleine) en de de Notre Dame des Abeilles, een colletje van 13km.
Ondertussen zou Joeri langs Malaucène naar boven lopen. 21km, een halve marathon, aan 7,7% …
Hierna zouden we dan de Mont Ventoux beklimmen langs de “makkelijke” kant, nl. 20km aan een 4% stijgingspercentage. Toen we boven kwamen aan Chalet Renard zaten Stijn, Joeri, Nadia en kroost ons hier op te wachten. Het begon te regenen en de voorzitter zat met verschrikkelijke kou. Hij ging niet wachten en daalde terug af langs Bédoin om zo terug lans de Madeleine naar huis te rijden en een warme douche te nemen.
Erik zag het even niet meer zitten en reed terug naar huis met de auto, om niet door de verschrikkelijke regenbui te moeten afdalen.
Mille, Kurre, Smolders en ikzelf dronken een Leffe Ambrée (en nog één, en nog één) en besloten om de laatste zes km vanuit Chalet Renard te beklimmen en zo de afdaling richting Malaucène te doen, om zo snel mogelijk te gaan opwarmen.
De afdaling lag er spekglad bij en tegen een slakkengangetje van 40km/u moesten we naar beneden … levensgevaarlijk leek het wel. Iedereen was veilig thuisgeraakt, er stonden dit keer 93 km op de teller, en 2200 hoogtemeters. De toon was gezet.
’s Avonds zijn we dan op restaurant geweest, om de batterijen terug op te laden. Er werden nog enkele pintjes gedronken, maar iedereen ging toch vrij vroeg naar z’n bed, morgen zouden enkele Berggeiten graag officieel toetreden tot het selecte clubje van de Cinglé de Ventoux.
Dag 3:
Vandaag was de grote dag voor sommige koereurs. Stekke, Smolders en ikzelf zouden proberen om drie maal de Kale Berg te overwinnen. Mille en Erik hadden daags voordien redelijk zwaar afgezien en zouden kijken hoe ver ze zouden geraken. Kurre had alles op de koers van zaterdag gezet en zou vandaag Stijn bijstaan als bevoorrader.
Stekke vertrok rond 8u, hij zou het traject beginnen van in Bedoin, wat maakte dat hij een halfuurtje verder zou moeten rijden naar het vertrek en ook de col de Madeleine over moest.
Ik vertrok rond 8u30, de rest zou een twintig minuten later vertrekken. Het weer was wederom zeer slecht, het regende onophoudelijk en het zou er niet op beteren voor de rest van de dag.
Toen ik aan de top kwam, zag ik ook net Stekke, die aan de afdaling van Malaucène begon. Kurre informeerde me dat Smolders op een twintig minuten zat, Erik en Mille al een heel pak verder.
Ik daalde langs Bédoin naar beneden om dan de zwaarste kant te beklimmen. Toen ik terug begon, kwam ik Smolders tegen.
In Chalet Renard aangekomen, kwam Smolders iets later toe en we besloten om de rest van de dag, indien mogelijk, samen te rijden. Het is altijd gezelliger om samen af te zien …
Op vier km van Chalet Renard waren we ook Erik al tegengekomen, die nog fris zat en besloot om na Malaucène ook Bédoin te beklimmen.
Toen we afdaalden, na een tijdje gerust te hebben bij een glaasje Sprite in Chalet Renard, zagen we dat Stekke reeds bijna boven was na zijn derde beklimming. Volgens Kurre had onze Voorzitter superbenen, en zo leek het ook aan de manier waarop hij de laatste km’s naar boven stormde. Dit jaar zou hij geen Platte Vis meer genoemd worden, dat stond als een paal boven water !
Toen Smolders en ik begonnen aan onze laatste inspanning van de dag, zagen we dat ook Mille afdaalde richting Sault, hij zou ook een derde beklimming aanvangen : onverwacht, maar toch zeer sterk.
Na nog een laatste rustpauze in alweer Chalet Renard begonnen we aan de laatste zes km’s, dit ging nog redelijk vlot, enkel de laatste km leek wel eindeloos. Toen ik achterom keek zag ik dat Smolders niet meer in mijn buurt was, hij zou lek gereden zijn bleek later (en werd hij geholpen door enkele vriendelijke Hollanders !).
Aangezien het nog steeds ouw wijven regende besloot ik om niet te wachten en alleen huiswaarts te keren. Na vijf km dalen voelde ik dat ik met een leegloper zat. Kracht om een band te wisselen in de regen en de kou had ik niet meer. Terug oppompen en hopen dat hij het zou houden tot aan de voet.
Met veel schrik en tegen een schamele 30 km/u tot in Malaucène geraakt, waar de voorzitter al volledig uitgerust zat te genieten van een Stella’ke. Ook Erik was hier al, hij had de twee beklimmingen ook overleefd.
Na een tijdje kwam ook Smolders beneden en nog iets later kwam Mille uit de auto gestapt. Hij zag het niet meer zitten om de laatste afdaling te doen en had voor de veilige oplossing geopteerd, tesamen met de bevoorraders naar beneden.
’s Avonds werd de BBQ opnieuw aangestoken en werden er heroische verhalen verteld over de gebeurtenissen van de afgelopen dag.
Onze club heeft nu, na 138km en 4200 hoogtemeters, weer vier “Cinglé de Ventoux” op het palmares => sterke prestatie !
Dag 4:
Dit was de dag waar Stekke en Kurre naar hadden uitgekeken, ze waren ingeschreven voor de “Raid des Alpilles”, een koers van 107km. Stijn, Stekke en Kurre vertrokken reeds om 6u richting St Rémy de Provence, waar de start om 8u20 was. De rest zou later naar daar komen om de finish te zien.
Aangezien ze de Berggeiten overal kennen, werden we daar ook al zeer hartelijk ontvangen door de lokale Michel Wuyts die de omkadering van de koers voorzag. Hij zag ook dat er een enorm gejuich was toen onze kopman aankwam, op een 23e plaats met een gemiddelde van 34,82 km/u en hij direct naar hem toeliep om een interview af te nemen.
Toen Stekke dan ook zei dat hij daags voordien drie keer de Ventoux op was geknald, was het respect van “Mich” alleen nog groter geworden.
Toen iets later Kurre aankwam, op een 59e plaats met een gemiddelde van 31,49 was weer duidelijk dat Berggeiten overal hun mannetje staan. Kurre had dan ook nog 45km alleen tegen de elementen moeten opboksen na een ketting probleem. Zonder dit euvel was de uitslag nog mooier geweest. Alweer een geslaagde dag voor onze club !
Nadien zou Erik in Avignon afgezet worden, hij zou met de trein huiswaarts keren.
’s Avonds was er pizza voor iedereen en veel Duvel om dit nu al geslaagde weekend te vieren.
Dag 5:
Vandaag zou de laatste dag zijn waarop er gefietst zou worden en er zouden toptijden gereden worden op de kant van Bédoin.
Smolders en ikzelf lieten de fiets aan de kant, wat een resultaat was van “de ziekte”, een welgekend fenomeen bij de Berggeiten op een laatste dag van een hoogtestage …
Kurre, Stekke en Mille vertrokken iets na de middag. Stekke reed 1u32, Kurre 1u45 en Mille : die moest gaan opgehaald worden, platte band, geen reservemateriaal noch GSM mee.
Smolders, Stijn en ikzelf speelden nog een petanque-tornooitje met de kindjes van Nadia, waaruit bleek dat er bij sommige Berggeiten meer petanque-talent is dan wielertalent 🙂
Het laatste avondmaal werd genuttigd op restaurant, het was weer mooi geweest.